Peugeot 208: Gebruiksadviezen voor ventilatie en airconditioning
Neem voor een optimale werking van deze systemen de volgende gebruiksadviezen in acht:
- Let erop dat voor een gelijkmatige verdeling van de lucht naar het interieur de uitstroomopening onder de voorruit, de verschillende luchtkanalen, ventilatieroosters en overige uitstroomopeningen alsmede de ventilatieopening in de bagageruimte vrij blijven.
- Dek de zonnesensor op het dashboard niet af; deze wordt gebruikt voor het regelen van het automatische airconditioningssysteem.
- Zet de airconditioning minstens één tot twee keer per maand 5 tot 10 minuten aan om het systeem in perfecte staat te houden.
- Controleer regelmatig de staat van het interieurfilter en vervang de filterelementen periodiek. Wij raden u een gecombineerd interieurfilter aan. Dankzij het toegevoegde speciale actieve additief draagt het bij tot een gezuiverde lucht voor de inzittenden en een schoon interieur (vermindering van allergische reacties, stank en vetaanslag).
- Laat de airconditioning regelmatig controleren zoals voorgeschreven in het garantie- en onderhoudsboekje, om het systeem in perfecte staat te houden.
- Gebruik de airconditioning niet als deze niet koelt en raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Bij een zware belasting van de motor (trekken van een aanhanger op een steile helling bij een hoge buitentemperatuur) kan de airconditioning tijdelijk worden uitgeschakeld voor een optimale trekkracht van de motor.
Om te voorkomen dat de ruiten beslaan en de luchtkwaliteit in het interieur achteruit gaat:
- rijd niet te lang met uitgeschakelde ventilatie.
- houd de luchtrecirculatie niet langere tijd ingeschakeld.
Als de auto lange tijd in de zon heeft gestaan en de temperatuur in het interieur hoog is opgelopen, zet dan de ruiten enige tijd open.
Zorg ervoor dat de aanjagersnelheid voldoende hoog is ingesteld, zodat de lucht in het interieur goed ververst wordt.
Condensvorming door de airconditioning kan ertoe leiden dat zich een klein plasje water onder de auto vormt. Dit is een normaal verschijnsel.
Stop & Start De verwarmings- en airconditioningssystemen werken alleen als de motor draait.
Als u het thermische comfort in de auto op het door u gewenste niveau wilt houden, kunt u tijdelijk de functie Stop & Start uitschakelen.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer informatie over het Stop & Startsysteem.
Hoofdsteun
De hoofdsteunen hebben een gebruiksstand (hoog) en een ingeklapte stand (laag). De hoofdsteunen kunnen worden verwijderd en onderling worden uitgewisseld. Verwijderen van een hoofdsteun: t ...
Verwarming
De temperatuur afstellen. Regeling luchtopbrengst. Regeling luchtverdeling. Comforttemperatuur Draai de knop van blauw (koel) naar rood (warm) om de temperatuur naar behoefte in te ste ...
Zie ook:
Hyundai i20. Rijden onder moeilijke omstandigheden
Neem de volgende raadgevingen in
acht als ten gevolge van zware
regenval, sneeuw, ijzel, modder of
zand het rijden bemoeilijkt wordt:
Rijd voorzichtig en bewaar extra
afstand tot het overige verk ...
Hyundai i20. Voorzorgsmaatregelen
katalysator
(indien van toepassing)
WAARSCHUWING BrandEen heet uitlaatsysteem kan
brandbare materialen in brand
doen vliegen. Do not park the
vehicle over or near flammable
objects, such as grass, veg ...