Peugeot 208 Instructieboekje (2012-2019): Waarschuwings- en verklikkerlampjes
Deze lampjes geven de bestuurder informatie over de werking van een systeem (ingeschakeld of uitgeschakeld) of waarschuwen de bestuurder in het geval van een storing.
Bij het aanzetten van het contact
Als het contact wordt aangezet, gaan bepaalde lampjes enkele seconden branden.
Zodra de motor draait, moeten deze lampjes weer uitgaan.
Als ze blijven branden, controleer dan voordat u gaat rijden welke functie het betreft.
Bijbehorende waarschuwingen
Een aantal lampjes kan op twee manieren oplichten: permanent of knipperend.
Of het permanent branden of knipperen van een lampje duidt op een storing, is afhankelijk van de werkingsfase van de auto.
Bij een storing kan het lampje gaan branden in combinatie met een geluidssignaal en/of een melding.
Verklikkerlampjes
Als bij draaiende motor of tijdens het rijden een van de volgende verklikkerlampjes gaat branden, wijst dit op een storing in het desbetreffende systeem en moet de bestuurder actie ondernemen.
Lees in het geval van een storing waarbij een waarschuwingslampje gaat branden de aanvullende informatie, die via een bijbehorende melding wordt weergegeven.
Raadpleeg indien nodig het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Verklikkerlampjes ingeschakelde functies
De volgende verklikkerlampjes geven aan dat de desbetreffende functie is ingeschakeld.
Uitschakeling verklikkerlampje
Als dit verklikkerlampje gaat branden, wordt bevestigd dat het desbetreffende systeem bewust is uitgeschakeld.
Het lampje kan branden in combinatie met een geluidssignaal en een melding op het display.
Waarschuwings- resp. indicatielampje | Status | Oorzaak | Acties / Opmerkingen | |
STOP | Permanent, in combinatie met een ander waarschuwingslampje, een geluidssignaal en een melding. | Dit waarschuwingslampje gaat branden in het geval van een ernstige storing van de motor, het remsysteem, de stuurbekrachtiging enz. of een ernstige elektrische storing. | Zet de auto zo snel mogelijk stil op een
veilige plaats.
Zet het contact af en neem contact op met het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats. |
|
Parkeerrem | Permanent. | De parkeerrem is aangetrokken of niet goed vrijgezet. | Zet de parkeerrem vrij zodat het
verklikkerlampje
uitgaat; trap het rempedaal in.
Houd u aan de veiligheidsvoorschriften. Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer informatie over de parkeerrem. |
|
Remsysteem | Permanent. | Het remvloeistofniveau is te laag. | Stop zo snel mogelijk op een veilige
plaats.
Vul het niveau bij met een door PEUGEOT aanbevolen vloeistof. Als het probleem zich blijft voordoen, laat het systeem dan controleren door een PEUGEOT-dealer of door een gekwalificeerde werkplaats. |
|
Permanent, in combinatie met het waarschuwingslampje ABS. | Er is een storing in het systeem van de elektronische remdrukregelaar (REF). | Stop op een veilige plaats.
Laat het systeem controleren door een PEUGEOT-dealer of een gekwalificeerde werkplaats. |
||
Portier(en) geopend | Permanent, in combinatie met een melding die het desbetreffende carrosseriedeel aangeeft. | Bij een snelheid lager dan 10 km/h is een portier of de achterklep niet goed gesloten. | Sluit het portier of het kofferdeksel. | |
Permanent, in combinatie met een geluidssignaal en een melding die het desbetreffende carrosseriedeel aangeeft. | Bij een snelheid hoger dan 10 km/h is een portier of de achterklep niet goed gesloten. | |||
Veiligheidsgordel(s) niet vastgemaakt of weer losgemaakt | Permanent, of knippert in combinatie met een geluidssignaal. | Een van de veiligheidsgordels is niet vastgemaakt of weer losgemaakt. | Trek aan de gordel en steek de gesp in de gordelsluiting. | |
Laadtoestand accu | Permanent. | Er is een storing in het laadstroomcircuit van de accu (vervuilde of losgeraakte accuklemmen, aandrijfriem dynamo niet correct gespannen of gebroken, enz.). | Het lampje moet na het starten van de motor
uitgaan.
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats als dit niet het geval is. |
|
Motoroliedruk | Permanent. | Er is een storing in de motorsmering. | Zet de auto zo snel mogelijk stil op een
veilige plaats.
Parkeer de auto, zet het contact af en raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats. |
|
Te hoge koelvloeistof-temperatuur | Permanent, met de naald in het rode gebied. | De temperatuur van de koelvloeistof is te hoog. | Zet de auto zo snel mogelijk stil op een
veilige plaats.
Wacht met het eventueel bijvullen van de koelvloeistof tot de motor is afgekoeld. Als het probleem zich blijft voordoen, raadpleeg dan het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats. |
|
Zelfdiagnose motor | Permanent. | Er is een storing in de emissieregeling. | Het lampje moet doven als de motor draait.
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats als dit niet het geval is. |
|
Knippert. | Er is een storing in het motormanagement-systeem. | Kans op beschadiging van de katalysator.
Laat het systeem controleren door het PEUGEOT-netwerk of door een gekwalificeerde werkplaats. |
||
Permanent, in combinatie met het verklikkerlampje SERVICE. | Er is sprake van een kleine motorstoring. | Laat het systeem controleren door het PEUGEOT-netwerk of door een gekwalificeerde werkplaats. | ||
Permanent, in combinatie met het verklikkerlampje STOP. | Er is sprake van een ernstige motorstoring. | Zet de auto zo snel mogelijk stil op een
veilige plaats.
Zet het contact af en neem contact op met het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats. |
||
Voet op rempedaal | Permanent. | Het rempedaal moet worden ingetrapt. | Trap bij een auto met elektronisch
gestuurde
versnellingsbak het rempedaal in om de motor te
starten terwijl de selectiehendel in de stand N staat.
Bij een auto met automatische transmissie moet u bij draaiende motor en voordat u de parkeerrem vrijzet het rempedaal intrappen om de selectiehendel vanuit de stand P in een andere stand te kunnen zetten. Als u de parkeerrem vrijzet zonder het rempedaal in te trappen, zal dit verklikkerlampje blijven branden. |
|
Knippert. | Als u de auto met een elektronisch gestuurde versnellingsbak op een helling te lang probeert op zijn plaats te houden door het gaspedaal in te trappen, raakt de koppeling oververhit. | Gebruik het rempedaal en/of de parkeerrem. | ||
Antiblokkeer-systeem (ABS) | Permanent. | Er is een storing in het antiblokkeersysteem. | De normale remwerking blijft behouden.
Rijd voorzichtig met lage snelheid en raadpleeg zo snel mogelijk het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats. |
|
Bandenspanning te laag | Permanent, in combinatie met een geluidssignaal en een melding. | De bandenspanning van een of meerdere wielen is te laag. | Controleer zo snel mogelijk de
bandenspanning.
Deze controle dient bij voorkeur bij koude banden te worden uitgevoerd. Elke keer nadat u een of meer banden op spanning hebt gebracht en na het verwisselen van een of meer wielen, moet u het systeem resetten. Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer informatie over het bandenspannings-controlesysteem. |
|
Knipperend en vervolgens permanent, in combinatie met het verklikkerlampje Service. | Er zit een storing in de functie: de bandenspanning wordt niet meer gecontroleerd. | Controleer zo snel mogelijk de
bandenspanning.
Laat uw auto controleren door het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats. |
||
Dynamische stabiliteitscontrole (ESP/ASR) | Knipperen. | De ESP-/ASR-regeling is actief. | Deze functie verbetert de aandrijving zodra de wielen te weinig grip of tractie hebben en zorgt voor een betere koersstabiliteit. | |
Permanent. | Storing in het ESP-/ASR-systeem. | Laat het systeem controleren door het PEUGEOT-netwerk of door een gekwalificeerde werkplaats. | ||
Airbags | Brandt tijdelijk. | Het lampje brandt gedurende enkele seconden en dooft als het contact wordt aangezet. | Het lampje moet na het starten van de motor
uitgaan.
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats als dit niet het geval is. |
|
Permanent. | Er is een storing in een van de.airbags of de pyrotechnische gordelspanners. | Laat het systeem controleren door het PEUGEOT-netwerk of door een gekwalificeerde werkplaats. | ||
Passagiersairbag | Permanent. | De schakelaar in het
dashboardkastje staat in de stand
"OFF".
De airbag vóór aan passagierszijde is uitgeschakeld. U kunt een kinderzitje met de "rug in de rijrichting" plaatsen, behalve in het geval van een storing in het airbagsysteem (brandend verklikkerlampje Airbags). |
Zet de schakelaar in de stand "ON" om de
airbag vóór
aan passagierszijde in te schakelen.
Bevestig in dit geval op deze zitplaats geen kinderzitje "met de rug in de rijrichting". |
|
Laag brandstofniveau | Permanent, met de naald in het rode gebied. | Er zit nog ongeveer 5 liter
brandstof in de tank.
Vanaf dit moment worden de laatste liters brandstof in de tank aangesproken. |
Ga zo snel mogelijk tanken om
te voorkomen dat u
met een lege tank strandt.
Dit verklikkerlampje gaat elke keer na het aanzetten van het contact branden zolang er niet voldoende brandstof getankt is. Inhoud van de tank:
Rijd nooit door tot de tank helemaal leeg is, hierdoor kunnen het emissieregelsysteem en het injectiesysteem beschadigd raken. |
|
Knippert, met de naald in het rode gebied. | Er zit nog een minimale hoeveelheid brandstof in de tank. | |||
Voet op het koppelingspedaal | Permanent. | In de STOP-stand van het Stop & Start-systeem wordt de motor niet gestart als u het koppelingspedaal slechts gedeeltelijk intrapt. | Trap bij een auto met een handgeschakelde versnellingsbak het koppelingspedaal volledig in zodat de motor gestart kan worden. | |
AdBlue 1,6 BlueHDi Euro 6.1 | Permanent zodra het contact is aangezet, in combinatie met een geluidssignaal en een melding van het aantal kilometers dat u nog kunt rijden. | De actieradius ligt tussen de 600 en 2.400 km. | Vul spoedig AdBlue bij of
neem contact op met
het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
U kunt maximaal 10 liter AdBlue in het reservoir gieten. |
|
Knippert, in combinatie met een geluidssignaal en een melding van het aantal kilometers dat u nog kunt rijden. | De resterende actieradius ligt tussen de 0 en 600 km. | Vul het AdBlue-reservoir zo
snel mogelijk bij om te
voorkomen dat de motor niet meer gestart kan
worden of neem contact op met het PEUGEOT-netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats.
U kunt maximaal 10 liter AdBlue in het reservoir gieten. |
||
Knippert, in combinatie met een geluidssignaal en een melding dat het starten van de motor wordt geblokkeerd. | Het AdBlue-reservoir is leeg: het starten van de motor wordt geblokkeerd door het wettelijk verplichte startblokkerings-systeem. | Om de motor te kunnen starten
moet u het
AdBlue-reservoir bijvullen of contact opnemen
met het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
U moet het reservoir bijvullen met minimaal 4 liter AdBlue. |
||
AdBlue 1,5 BlueHDi Euro 6.2 | Brandt ongeveer 30 seconden zodra het contact is aangezet, in combinatie met een geluidssignaal en een melding van het aantal kilometers dat u nog kunt rijden. | De actieradius ligt tussen de 800 en 2.400 km. | Vul AdBlue bij.
U kunt maximaal 10 liter AdBlue in het reservoir gieten. |
|
Permanent zodra het contact is aangezet, in combinatie met een geluidssignaal en een melding van het aantal kilometers dat u nog kunt rijden. | De actieradius ligt tussen de 600 en 2.400 km. | Vul zo snel mogelijk AdBlue bij.
U kunt maximaal 10 liter AdBlue in het reservoir gieten. |
||
Knippert, in combinatie met een geluidssignaal en een melding van het aantal kilometers dat u nog kunt rijden. | De actieradius is kleiner dan 100 km. | U moetAdBlue bijvullen om te voorkomen dat
u
zonder komt te staan.
U kunt maximaal 10 liter AdBlue in het reservoir gieten. |
||
Knippert, in combinatie met een geluidssignaal en een melding dat het starten van de motor wordt geblokkeerd. | Het AdBlue-reservoir is leeg: het starten van de motor wordt geblokkeerd door het wettelijk verplichte startblokkerings-systeem. | Om de motor te kunnen starten moet u het
AdBlue-
reservoir bijvullen.
U moet het reservoir bijvullen met minimaal 4 liter AdBlue. |
||
Emissieregelsysteem SCR (BlueHDi-dieselmotor) | Permanent zodra het contact is aangezet, in combinatie met het branden van het verklikkerlampje SERVICE en het verklikkerlampje zelfdiagnose motor, een geluidssignaal en een melding. | Er is een storing in het SCR-emissieregel-systeem. | Deze waarschuwing verdwijnt zodra de uitstoot van uitlaatgassen weer aan de normen voldoet. | |
Knippert zodra het contact is aangezet, in combinatie met het branden van het verklikkerlampje SERVICE en het verklikkerlampje zelfdiagnose motor, een geluidssignaal en een melding met betrekking tot de actieradius. | Na bevestiging van de storing in het emissieregelsysteem kunt u maximaal 1.100 km afleggen voordat het systeem het starten van de motor blokkeert. | Raadpleeg zo snel mogelijk het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats om te voorkomen dat de motor niet meer gestart kan worden. | ||
Knippert zodra het contact is aangezet, in combinatie met het branden van het verklikkerlampje SERVICE en het verklikkerlampje zelfdiagnose motor, een geluidssignaal en een melding. | U hebt de actieradius overschreden die is toegestaan na de bevestiging van de storing in het emissieregelsysteem: het starten van de motor wordt geblokkeerd door het startblokkerings-systeem. | Om de motor weer te kunnen starten, is het noodzakelijk dat u contact opneemt met het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats. | ||
Service | Brandt tijdelijk in combinatie met de weergave van een melding. | Er zijn één of meer kleine storingen gedetecteerd waarbij geen specifiek verklikkerlampje gaat branden. | Identificeer de oorzaak van de storing met
behulp van
de melding op het instrumentenpaneel.
In sommige gevallen kunt u het probleem zelf op te lossen door bijvoorbeeld een nog geopend portier te sluiten of het roetfilter te regenereren als dit vervuild begint te raken (ga om het roetfilter te regenereren, zodra de omstandigheden het toelaten, met een snelheid van minimaal 60 km/h rijden tot het lampje dooft). Raadpleeg in andere gevallen, zoals een storing in het bandenspannings-controlesysteem, het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats. |
|
Permanent, in combinatie met de weergave van een melding. | Er zijn één of meer ernstige storingen gedetecteerd waarbij geen specifiek verklikkerlampje gaat branden. | Identificeer de oorzaak van de storing met behulp van de melding op het instrumentenpaneel en raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats. | ||
Permanent, in combinatie met het knipperen en vervolgens blijven branden van de onderhoudssleutel. | Het interval voor de onderhoudsbeurt is overschreden. | Alleen bij uitvoeringen met een
BlueHDi-dieselmotor.
Laat de onderhoudsbeurt van uw auto zo snel mogelijk uitvoeren. |
||
Voorgloeien dieselmotor | Permanent. | De sleutel staat in de tweede stand (contact) van het contactslot. | Wacht met starten tot het verklikkerlampje
uitgaat.
De wachttijd is afhankelijk van de weersomstandigheden (in extreme gevallen 30 seconden). Als de motor niet wil aanslaan, zet dan het contact af. Zet het contact vervolgens weer aan en wacht opnieuw tot het lampje uitgaat voordat u de motor start. |
|
Stuurbekrachtiging | Permanent. | Er is een storing met betrekking tot de stuurbekrachtiging. | Rijd voorzichtig en met lage snelheid.
Laat uw auto controleren door het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats. |
|
Mistachterlicht | Permanent. | Het mistachterlicht is ingeschakeld met de ring van de lichtschakelaar. | Draai de ring van de lichtschakelaar naar achteren om het mistachterlicht uit te schakelen. | |
Stop & Start | Permanent. | Het Stop & Start-systeem heeft de motor in de STOP-stand gezet (verkeerslicht, stopbord, opstopping enz.). | Het lampje gaat uit en de motor wordt automatisch gestart (START-stand) als u wilt wegrijden. | |
Knippert enkele seconden en gaat vervolgens uit. | De STOP-stand is tijdelijk niet
beschikbaar.
of De motor wordt automatisch in de START-stand gezet. |
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer informatie over het Stop & Start-systeem. | ||
Automatische ruitenwissers | Permanent. | De ruitenwisserschakelaar is naar beneden bewogen. | De automatische stand van de ruitenwissers
vóór is
geactiveerd.
Beweeg om de automatische stand van de ruitenwissers te deactiveren de hendel omlaag of zet de hendel in een andere stand. |
|
Richtingaanwijzer links | Knippert, met geluidssignaal. | Als u de lichtschakelaar omlaag beweegt. | ||
Richtingaanwijzer rechts | Knippert, met geluidssignaal. | Als u de lichtschakelaar omhoog beweegt. | ||
Parkeerlichten | Permanent. | De lichtschakelaar staat in de stand 'Parkeerlichten'. | ||
Mistlampen vóór | Permanent. | De mistlampen vóór zijn ingeschakeld met de ring van de lichtschakelaar. | Draai de ring van de lichtschakelaar één stand naar achteren om de mistverlichting uit te schakelen. | |
Dimlicht | Permanent. | De lichtschakelaar staat in de stand "Dimlicht". | ||
Grootlicht | Permanent. | U hebt de lichtschakelaar naar u toe getrokken. | Trek aan de lichtschakelaar om terug te schakelen naar dimlicht. |
Instrumentenpanelen
Toerenteller Toerenteller (x 1.000 t/min), schaalverdeling afhankelijk van de motoruitvoering. Controlelampje Koelvloeistoftemperatuurmeter. Knop Herinnering onderhoud. Tijd instellen. ...
Meters
...
Zie ook:
Citroen C3 (SX/SY) Instructieboekje (2016-2024). Automatische transmissie (EAT6)
Bij deze automatische transmissie met zes
versnellingen kunt u kiezen uit automatisch
schakelen, aangevuld met de programma's
Sport en Sneeuw, en handmatig schakelen.
De transmissie heeft dus tw ...
Peugeot 208 Instructieboekje (2012-2019). Gesproken commando's
"Telefoon"
Als er een telefoon is verbonden met
het systeem, kunnen deze gesproken
commando's vanaf elke primaire
schermpagina worden gegeven nadat op
de stuurwieltoets "Telefoon" is gedrukt,
beha ...