Seat Ibiza (Type 6F) Instructieboekje (2017-2024): Snelheidsbegrenzer bedienen

Afb. 189 Links van de stuurkolom: schakelaar
en toetsen om de snelheidsbegrenzer te bedienen.

Afb. 190 Links van de stuurkolom: derde hendel
om de snelheidsbegrenzer te bedienen.
| Functie | Stand van de knipperlichthendel afb. 189 of de derde hendel afb. 190 | Effect | 
| Snelheidsbegrenzer inschakelen | Verplaats de schakelaar 1 in de stand  en druk op de toets 2 van de
		knipperlichthendel of verplaats de derde hendel naar voren en druk op de
		toets 2 . | Het systeem wordt ingeschakeld. De laatst geprogrammeerde snelheid van de snelheidsbegrenzer is opgeslagen. Er vindt nog geen regeling plaats. | 
| Wisselen tussen de snelheidsbegrenzer en het snelheidsregelsysteem (GRA) of de automatische afstandsregeling (ACC) (met ingeschakelde snelheidsbegrenzer) | Druk op de toets 2 van de knipperlichthendel of de toets 2 van de derde hendel. | Er wordt gewisseld tussen de snelheidsbegrenzer en het GRA of de automatische afstandsregeling (ACC). | 
| Snelheidsbegrenzer activeren | Druk op de toets 3 van de knipperlichthendel of de toets  1 van de
		derde hendel. | De huidige snelheid wordt opgeslagen als maximumsnelheid en de begrenzer wordt geactiveerd. | 
| De beperking van de snelheidsbegrenzer tijdelijk uitschakelen | Zet de schakelaar 1 van de knipperlichthendel in stand  of zet de
		derde hendel in stand  . | De regeling wordt tijdelijk uitgeschakeld. De snelheid blijft geprogrammeerd. | 
| De beperking van de snelheidsbegrenzer tijdelijk uitschakelen door het gaspedaal volledig in te trappen (kick-down) | Trap het gaspedaal helemaal in tot voorbij het weerstandspunt (bijv. om in te halen). Wanneer de geprogrammeerde snelheid wordt overschreden, wordt de begrenzer tijdelijk uitgeschakeld. | De regeling wordt tijdelijk uitgeschakeld. De snelheid blijft geprogrammeerd. De regeling wordt weer automatisch geactiveerd zodra u rijdt met een lagere snelheid dan geprogrammeerd. | 
| De regeling van de snelheidsbegrenzer opnieuw activeren | Druk op de toets 3 van de knipperlichthendel of zet de derde hendel 
		in
		de stand  . | Zodra u rijdt met een lagere snelheid dan de geprogrammeerde maximumsnelheid, wordt de snelheid beperkt tot de geprogrammeerde waarde. | 
| De geprogrammeerde snelheid van de begrenzer verhogen | Druk kort op de toets 3 van de knipperlichthendel aan het deel  of
		zet de derde hendel in de stand  om de snelheid te verhogen in 
		kleine
		stappen van 1 km/u (1 mph) en te programmeren. Druk op
 Houd de toets 3 van de knipperlichthendel ingedrukt aan het deel  | De snelheid wordt beperkt tot de geprogrammeerde waarde | 
| De geprogrammeerde snelheid van de begrenzer verlagen | Druk kort op de toets 3 van de knipperlichthendel aan het deel  /- of
		druk op  1 in de derde 
		hendel om de snelheid te verlagen in kleine
		stappen van 1 km/u (1 mph) en te programmeren. Druk op
 Houd de toets 3 van de knipperlichthendel
 | De snelheid wordt beperkt tot de geprogrammeerde waarde | 
| Snelheidsbegrenzer uitschakelen | Schuif de schakelaar 1 van de knipperlichthendel naar de stand  of zet
		de derde hendel in stand  . | Het systeem wordt uitgeschakeld | 
De waarden in de tabel tussen haakjes, in mpu, worden enkel getoond in het instrumentenpaneel met aanwijzingen in mijl.
Hellingen afdalen met de snelheidsbegrenzer
Indien de geprogrammeerde snelheid van de
snelheidsbegrenzer wordt overschreden bij
het bergaf rijden, gaat kort erna het waarschuwings-
en controlelampje  knipperen en klinkt mogelijk een waarschuwingssignaal.
knipperen en klinkt mogelijk een waarschuwingssignaal.
Rem in dat geval de auto met de voetrem af en schakel eventueel terug.
Tijdelijk uitschakelen
Indien u de snelheidsbegrenzer tijdelijk
wenst uit te schakelen, bijv. om in te halen,
zet u de schakelaar  afb. 189 1 van de
knipperlichthendel in de stand
 , zet u
de derde hendel in de weerstand
, zet u
de derde hendel in de weerstand
 of
drukt u op de toets 2 van eender welke hendel.
of
drukt u op de toets 2 van eender welke hendel.
Na het inhalen kan de snelheidsbegrenzer
geactiveerd worden met de eerder geprogrammeerde
snelheid door te drukken op de
toets 3 van de knipperlichthendel aan het
deel  of door de derde hendel in de
weerstand
 of door de derde hendel in de
weerstand  te zetten.
 te zetten.
Tijdelijk uitschakelen door het gaspedaal volledig in te trappen (kick-down) Indien de bestuurder het pedaal helemaal intrapt (kick-down) en de geprogrammeerde snelheid op zijn wens wordt overschreden, wordt de regeling tijdelijk uitgeschakeld.
Om het uitschakelen te bevestigen, klinkt
eenmaal een geluidssignaal. Zolang de regeling
is uitgeschakeld, knippert het waarschuwings-
en controlelampje  .
.
Wanneer het gaspedaal niet langer volledig
wordt ingetrapt en de snelheid daalt tot onder
de geprogrammeerde waarde, wordt de
regeling weer geactiveerd. Het controlelampje
 gaat branden en blijft 
ingeschakeld.
 gaat branden en blijft 
ingeschakeld.
Automatisch uitschakelen De regeling van de snelheidsbegrenzer wordt automatisch uitgeschakeld:
- Als het systeem een storing detecteert die de werking van de begrenzer negatief kan beïnvloeden.
- Als de airbag geactiveerd wordt.
	 Aanwijzingen op het scherm en waarschuwings-
en controlelampje
	Aanwijzingen op het scherm en waarschuwings-
en controlelampje
   Afb. 188 Op het display van het instrumentenpaneel: aanwijzingen van de staat van de snelheidsbegrenzer. De snelheidsbegrenzer helpt om een individueel geprogrammeerde snelheid niet te overschr ...
Zie ook:
Peugeot 208 Instructieboekje (2012-2019). PEUGEOT Connect Radio
   	De beschreven functies en instellingen
kunnen afwijken van die van het systeem
in uw auto.
Om veiligheidsredenen mag de bestuurder
handelingen die de volle aandacht vragen,
zoals het koppelen van ...
   	
Peugeot 208 Instructieboekje (2012-2019). PEUGEOT i-Cockpit
   	Stel voordat u gaat rijden uw zitpositie af in de
volgende volgorde om de ergonomie van de
PEUGEOT i-Cockpit optimaal te benutten:
	de hoogte van de hoofdsteun,
	de hoek van de rugleuning,
	de  ...
   	
 van de derde hendel om de snelheid 
		te verhogen in stappen
		van 10 km/u (5 mpu) en te programmeren.
 van de derde hendel om de snelheid 
		te verhogen in stappen
		van 10 km/u (5 mpu) en te programmeren. van de derde hendel om de snelheid 
		te verlagen in stappen
		van 10 km/u (5 mpu) en te programmeren.
 van de derde hendel om de snelheid 
		te verlagen in stappen
		van 10 km/u (5 mpu) en te programmeren.