Seat Ibiza (Type 6F) Instructieboekje (2017-2024): Bijzondere rijsituaties

Afb. 201
Afb. 201 (A) Wagen in een bocht. (B) Motorrijder die voor u rijdt, buiten de actieradius van de radarsensor.

Afb. 202
Afb. 202 (C) Een wagen wisselt van rijstrook.

(D) Wagen die draait en een andere die stilstaat.

De automatische afstandsregeling (ACC) heeft bepaalde fysieke beperkingen die eigen zijn aan het systeem. Sommige reacties van de ACC kunnen onder bepaalde omstandigheden onverwacht lijken of slecht getimed uitgevoerd worden vanuit het standpunt van de bestuurder. Daarom moet de bestuurder altijd aandachtig zijn om in te grijpen waar nodig.

Volledige aandacht is bijvoorbeeld vereist in onderstaande verkeerssituaties:

Starten na een stopfase (enkel wagens met automatische versnellingsbak) Na een stopfase kan de ACC de wagen automatisch doen vertrekken zodra de voorligger opnieuw in beweging gezet wordt.

Wanneer de ACC de wagen tot stilstand brengt (bijv. file), verschijnt op het scherm van het instrumentenpaneel de waarschuwing ACC gereed om te starten. Wanneer de voorligger weer gaat rijden, doet de ACC dit automatisch ook.

Als de voorliggende wagen niet wegrijdt, kan de wagen voor onbepaalde tijd in de status ACC gereed om te starten blijven als de derde hendel herhaaldelijk naar stand 2 afb. 198 wordt bewogen of het rempedaal wordt ingetrapt. Wanneer in het instrumentenpaneel het bericht Rempedaal intrappen verschijnt, trap dan het rempedaal in.

Als het rempedaal niet wordt ingetrapt, klinkt een akoestische waarschuwing en gaat de ACC over in de niet-actieve modus (standby).

Op dat moment zou de wagen zich naar de stilstaande voorligger kunnen bewegen .

Inhalen Wanneer het knipperlicht gaat branden om een inhaalmanoeuvre te starten, versnelt de ACC de wagen automatisch en vermindert zo de afstand tot de voorligger.

Wanneer gewisseld wordt naar de inhaalstrook, zal de ACC indien geen voorligger herkend wordt, versnellen tot de geprogrammeerde snelheid bereikt wordt en deze constant houden.

De versnelling van het systeem kan op elk ogenblik onderbroken worden door het rempedaal in te trappen of de derde hendel naar achteren te duwen.

In de bochten Bij het ingaan of verlaten van een bocht kan het voorkomen dat de radarsensor de voorligger niet meer herkent of dat hij reageert op een wagen op een rijstrook naast de rijstrook waarop u rijdt afb. 201 A. In zulke omstandigheden is het mogelijk dat de wagen onnodig remt of niet meer reageert op de voorligger.

In dat geval moet de bestuurder ingrijpen door te versnellen of het remproces onderbreken door het rempedaal in te trappen of de derde hendel naar achteren te duwen.

Rijden door tunnels Bij het rijden door een tunnel, is het mogelijk dat de radarsensor minder goed werkt. Schakel de ACC uit in de tunnels.

Smalle voertuigen of voertuigen die uit de lijn rijden De radarsensor kan smalle voertuigen of voertuigen die uit de lijn rijden enkel herkennen wanneer ze zich binnen zijn werkingsgebied afb. 201 B bevinden. Dit geldt vooral voor smalle voertuigen zoals bijvoorbeeld motorfietsen. Rem in deze gevallen zelf indien nodig.

Voertuigen met bijzondere ladingen en accessoires Het is mogelijk dat de bijzondere lading en accessoires van andere voertuigen die aan de zijkanten, achteraan of bovenaan uitsteken, buiten het werkingsbereik van de ACC vallen.

Schakel de ACC uit wanneer u achter voertuigen met bijzondere ladingen of accessoires rijdt en ook bij het inhalen van zulke voertuigen.

Rem in deze gevallen zelf indien nodig.

Andere wagens die van rijstrook veranderen Wagens die naar de eigen rijstrook wisselen op een korte afstand van de wagen kunnen enkel worden herkend wanneer ze binnen het bereik van de sensoren komen. Als gevolg hiervan duurt het langer tot de ACC reageert afb. 202 C. Rem in deze gevallen zelf indien nodig.

Stilstaande voertuigen De ACC herkent tijdens het rijden geen stilstaande voorwerpen zoals bijvoorbeeld het einde van een file of voertuigen met pech.

Als een voertuig herkend door de ACC draait of opzij gaat en er zich voor dit voertuig een stilstaand voertuig bevindt, zal de ACC hier niet op reageren afb. 202 D. Rem in deze gevallen zelf indien nodig.

Voertuigen die rijden in tegengestelde richting en voertuigen die elkaar kruisen De ACC reageert niet op voertuigen uit tegengestelde richting die naderen noch op voertuigen die elkaar kruisen.

Metalen voorwerpen Metalen voorwerpen zoals bijvoorbeeld rails op de rijbaan of platen gebruikt bij werkzaamheden, kunnen de radarsensor in verwarring brengen en verkeerde reacties van de ACC veroorzaken.

Factoren die de werking van de radarsensor kunnen beïnvloeden Als de werking van de radarsensor verstoord zou zijn, bijv. wegens zware regenval, nevel, sneeuw of modder, dan wordt de ACC tijdelijk uitgeschakeld. Op het display van het instrumentenpaneel verschijnt een waarschuwingstekst.

Indien nodig de radarsensor reinigen afb. 197.

Wanneer de radarsensor opnieuw correct werkt, is de ACC automatisch opnieuw beschikbaar.

Het bericht van het display van het instrumentenpaneel verdwijnt en de ACC wordt opnieuw geactiveerd.

Bij sterke weerkaatsing van het signaal van de radar, bijvoorbeeld in een gesloten parkeerplaats, kan de werking van de ACC beïnvloed worden.

Rijden met een aanhangwagen Bij het rijden met een aanhangwagen, is de regeling van de ACC minder dynamisch.

Oververhitte remmen Als de remmen overmatig verhitten, bijvoorbeeld na plots remmen of op lange en zeer steile afdalingen, kan de ACC tijdelijk uitgeschakeld zijn. Op het display van het instrumentenpaneel verschijnt een waarschuwingstekst.

In dit geval kan de cruise control niet worden geactiveerd.

Zodra de temperatuur van de remmen voldoende gedaald is, kan de cruise control opnieuw geactiveerd worden. De foutmelding verdwijnt van het display van het instrumentenpaneel.

Als het bericht ACC niet beschikbaar gedurende lange tijd blijft branden, dan betekent dit dat er een storing is.

Raadpleeg een gespecialiseerde werkplaats.

SEAT raadt u aan om daarvoor een SEAT-dealer te raadplegen.

ATTENTIE Als de waarschuwing Rempedaal intrappen wordt genegeerd, dan kan de wagen ongewild vooruit bewegen en tegen de voorligger botsen. In ieder geval dient u, voordat u wegrijdt, te controleren of de weg vrij is. Het kan voorkomen dat de radarsensor hindernissen op de weg niet zou herkennen. Dit kan een ongeval en zware verwondingen tot gevolg hebben. Trap indien nodig op de rem.

    Automatische afstandsregeling (ACC) onder bepaalde omstandigheden tijdelijk uitschakelen

    In onderstaande omstandigheden moet de automatische afstandsregeling (ACC) uitgeschakeld worden wegens beperkingen van het systeem: Bij het wisselen van rijstrook, in scherpe bochten, op roto ...

    SEAT rijprogramma's (SEAT Drive Profile)

    ...

    Zie ook:

    Peugeot 208 Instructieboekje (2012-2019). Handbediening
    In deze sequentiële stand kunt u zelf schakelen. Zet de selectiehendel in de stand M. Beweeg de selectiehendel kort naar voren om op te schakelen. Beweeg de selectiehendel kor ...

    Citroen C3 (SX/SY) Instructieboekje (2016-2024). Stuurkolomschakelaars - Type 1
    Radio: Selecteren van de vorige/volgende voorkeuzezender. Selecteren van het vorige/volgende item van een menu of een lijst. Media: Selecteren van de vorige/volgende track Selecteren van h ...

    Modellen:

    Alle rechten voorbehouden. © | compacteklasse.nl 2022 - 2024