Hyundai i20 (GB/IB) Instructieboekje (2014-2020): Werking van airbagsysteem
De onderdelen van het aanvullend veiligheidssysteem zijn:
- Airbag bestuurder
- Airbag voorpassagier*
- Veiligheidsgordel met gordelspanner (voor/achter)*
- Waarschuwingslampje AIRBAG
- Airbagmodule (SRSCM)
- Airbagsensoren vóór
- Zijairbags*
- Curtain airbags*
- Zijairbagsensoren*
- Zijairbagsensoren*
- ON/OFF-schakelaar* -airbag voorpassagier (enkel de stoel van de voorpassagier)
- ON/OFF-indicator* -airbag voorpassagier (enkel de stoel van de voorpassagier)
* : indien van toepassing
De SRSCM controleert voortdurend SRS componenten, wanneer het contactslot in de positie ON staat om te bepalen of een crash ernstig genoeg is om de airbag op te blazen of de gordelspanner in werking te laten treden.
Waarschuwingslampje SRS
Het waarschuwingslampje airbag op het dashboard brandt na het in stand ON zetten van het contact gedurende 6 seconden en moet vervolgens uit gaan.
Als uw SRS fouten ver toont, dan kan het gebeuren dat de airbag niet goed opgeblazen wordt tijdens een ongeval wat kan resulteren in ernstig letsel of overlijden.
Als een van de volgende situaties zich voordoet, zal de SRS slecht winder goed functioneren.
- De lamp brandt gedurende zes seconden niet als de sleutel in de ON positie geplaatst wordt.
- Het lampje gaat niet na ongeveer 6 seconden uit, maar blijft branden.
- Het lampje gaat branden tijdens het rijden.
Wij adviseren u om een officiële HYUNDAI-dealer zo spoedig mogelijk het SRS te laten inspecteren als het volgende zich voordoet.
Tijdens een frontale botsing zullen sensoren en vertraging van de auto detecteren. Als deze vertraging groot genoeg is, dan zal airbagmodule (SRSCM) de voorste airbags opblazen, op het juiste tijdstip en met de juiste kracht.
De voorste airbags helpen bij het beschermen van de bestuurder en de passagier voor in het voertuig door te reageren op een frontale impact waarbij de veiligheidsgordels niet kunnen zorgen voor voldoende weerstand. Indien noodzakelijk kunnen de airbags helpen bij het verstrekken van bescherming bij een botsing aan de zijkant door uw bovenlichaam vanaf de zijkant te beschermen.
- De airbags kunnen alleen worden geactiveerd als het contact in stand ON staat.
- Airbags ontplooien in het geval van een zware frontale of zij-aanrijding om de inzittenden te beschermen tegen (ernstig) fysiek letsel.
- Er is geen bepaalde snelheid
waarbij de airbags worden geactiveerd.
Of de airbags worden geactiveerd, hangt voornamelijk af van de kracht en de richting van de aanrijding. Deze twee factoren bepalen of de sensoren een elektronisch activeringssignaal uitzenden.
- Of de airbags al dan niet opgeblazen worden, is afhankelijk van een aantal factoren, zoals de rijsnelheid, de hoek van de aanrijding, de massa en de stijfheid van de bij de aanrijding betrokken auto's of objecten. Ook andere factoren kunnen een rol spelen.
- De airbags vóór worden direct volledig opgeblazen, waarna ze meteen weer leeglopen. Het is vrijwel onmogelijk om tijdens een ongeval waar te nemen dat de airbags opgeblazen worden. Het is aannemelijker dat u de leeggelopen airbags na de aanrijding uit het stuurwiel of het dashboard ziet hangen.
- Om bescherming te bieden, moeten
de airbags snel ontplooien. De
snelheid waarmee de airbag opgeblazen
wordt is het gevolg van de
extreem korte tijd waarbinnen een
aanrijding plaatsvindt en de noodzaak
om de airbag tussen de inzittende
en de delen van de auto te
krijgen voordat de inzittende in
contact komt met delen van de
auto. De snelheid waarmee de airbags
worden opgeblazen, beperkt
de kans op ernstig letsel bij een
zware aanrijding en vormt daarom
een belangrijk deel van het ontwerp
van de airbags.
Het snelle opblazen van een airbag kan echter ook letsel zoals schaafwonden, blauwe plekken en botbreuken, en soms nog ernstiger letsel veroorzaken omdat de snelheid waarmee de airbags worden opgeblazen wordt tot gevolg heeft dat de airbags met veel kracht uitzetten.
- Er zijn zelfs omstandigheden waaronder het contact met de airbag tot ernstig letsel kan leiden, vooral wanneer de inzittende te dicht op het airbag zit.
U kunt stappen nemen om het risico op letsel door een opgeblazen airbag te verminderen. Het grootste risico is dat u te dichtbij de airbag zit. Een airbag heeft ruimte nodig om op te blazen. Het wordt aangeraden dat er zoveel mogelicht riunt is tussen bestuurder en waarbij u er wel op moet letten dat u alle bedienings organen nog goet isunt bedienen het midden van het stuurwiel terwijl ze de controle over de auto handhaven.
Als de SRSCM oordeelt dat de kracht waaraan de voorzijde van de auto wordt blootgesteld een bepaalde drempelwaarde overschrijdt, activeert hij automatisch de airbags aan de voorzijde.
Als de airbags geactiveerd worden, scheuren de afdekkappen op vooraf bepaalde plaatsen open als gevolg van de zich vullende airbags. Als deze openingen groter worden, kunnen de airbags geheel gevuld worden.
Een geheel gevulde airbag vertraagt in combinatie met een juist gedragen veiligheidsgordel de voorwaartse beweging van de bestuurder of de voorpassagier en beperkt zo de kans op hoofdletsel en letsel aan het bovenlichaam.
Nadat de airbag geheel gevuld is, begint hij direct weer leeg te lopen, waardoor de bestuurder weer zicht op de weg krijgt en hij de auto weer kan besturen of anderszins kan bedienen.
Voorkom dat objecten gevaarlijke projectielen worden als de airbag van de passagier opgeblazen wordt.
- Plaats geen accessoires (bekerhouder, cassettehouder) of stickers enz. op het paneel boven het dashboardkastje in auto's met een airbag voorpassagier.
- Plaats geen bakje met vloeibare lichtverfrisser in de buurt van het dashboard of op het dashboard.
Gordijn airbag
(indien van toepassing) De gordijn airbags bevinden zich langs de rand van het dak boven de voor- en achterportieren. Ze zijn ontworpen om bij bepaalde aanrijdingen van opzij de hoofden va ...
Wat kunt u verwachten als een airbag
opgeblazen wordt
Na een botsing aan de voor- of zijkant zal de airbag snel opblazen, en daarna weer snel leeglopen. Een opgeblazen airbag voorkomt niet dat de bestuurder niet meer door de vooruit kan kijken of ni ...
Zie ook:
Peugeot 208 Instructieboekje (2012-2019). Opschakelindicator
(Afhankelijk van de motoruitvoering.)
Dit systeem geeft aan welke versnelling moet
worden ingeschakeld om het brandstofverbruik te
verminderen.
Afhankelijk van de rijomstandigheden en de
uitrus ...
Seat Ibiza (Type 6F) Instructieboekje (2017-2024). Veiligheidsgordels verstellen
Afb. 16 De slotgesp van de veiligheidsgordel
aanbrengen en verwijderen.
Afb. 17 Juist verloop van de gordelband en
een juiste stand van de hoofdsteun van voren
en opzij gezien.
Om d ...