Peugeot 208: Eco-rijden

Door in de dagelijkse praktijk een aantal aanwijzingen op te volgen kunt u het brandstofverbruik en de CO2-uitstoot van uw auto verminderen.

Maak optimaal gebruik van de versnellingsbak

Als uw auto is voorzien van een handgeschakelde versnellingsbak, rijd dan rustig weg en schakel zo snel mogelijk de tweede versnelling in. Schakel bij het accelereren bij voorkeur relatief snel over naar een hogere versnelling.

Als uw auto is voorzien van een automatische transmissie of een elektronisch gestuurde versnellingsbak, gebruik dan bij voorkeur de automatische stand en trap het gaspedaal niet bruusk of diep in.

De schakelindicator adviseert u de versnelling in te schakelen die het best geschikt is voor de rijomstandigheden: volg het op het instrumentenpaneel weergegeven schakeladvies zo snel mogelijk op.

Bij een auto met een elektronisch gestuurde versnellingsbak of een automatische transmissie wordt de schakelindicator uitsluitend in de handbediende stand weergegeven.

Kies voor een soepele rijstijl

Houd afstand van de auto's voor u, rem bij voorkeur af op de motor in plaats van het rempedaal te gebruiken en trap het gaspedaal geleidelijk in. Als u deze aanwijzingen naleeft, neemt het brandstofverbruik en de CO2-uitstoot af en wordt de geluidsoverlast door het verkeer beperkt.

Als het verkeer goed doorstroomt, gebruik dan vanaf een snelheid van ongeveer 40 km/h de snelheidsregelaar (indien aanwezig).

Matig het gebruik van uw elektrische uitrusting

Als het passagierscompartiment bij het instappen erg warm is, ventileer dit dan door de ruiten en de ventilatieopeningen te openen voordat u de airconditioning gaat gebruiken.

Sluit bij snelheden boven 50 km/u de ruiten, maar laat de ventilatieopeningen open staan.

Maak gebruik van alle voorzieningen die kunnen bijdragen aan een verlaging van de temperatuur in het passagierscompartiment (zonnescherm van het schuif-/kanteldak, zonneschermen van de zijruiten enz.).

Schakel de airconditioning uit zodra de gewenste temperatuur is bereikt (behalve bij auto's met een automatische airconditioning).

Schakel de achterruitverwarming en de ontwaseming uit zodra deze niet meer nodig zijn als deze niet automatisch worden aangestuurd.

Schakel de stoelverwarming zo snel mogelijk uit.

Schakel de verlichting en de mistlampen uit als het zicht voldoende is.

Laat de motor vooral 's winters na het starten niet stationair warmdraaien: uw auto warmt sneller op als u rijdt.

Sluit als passagier zo min mogelijk multimedia-apparatuur (DVD-speler, MP3- speler, spelcomputer enz.) op de auto aan om het elektriciteitsverbruik, en dus het brandstofverbruik, te beperken.

Koppel externe apparatuur los als u de auto verlaat.

Beperk de oorzaken van een hoger brandstofverbruik

Verdeel het gewicht evenwichtig over de auto: plaats de zwaarste voorwerpen in de bagageruimte, zo dicht mogelijk bij de achterbank.

Beperk de belading en de luchtweerstand (dakdragers, imperiaal, fietsendrager, aanhanger enz.) van uw auto. Gebruik bij voorkeur een dakkoffer.

Verwijder na gebruik de dakdragers en het imperiaal.

Vervang na de winter zo snel mogelijk de winterbanden door zomerbanden.

Houd u aan de onderhoudsvoorschriften

Controleer regelmatig de bandenspanning (bij koude banden), houd u daarbij aan de bandenspanning die staat vermeld op de sticker op de portiersponning aan bestuurderszijde.

Controleer de bandenspanning met name:

  • voor een lange rit,
  • bij de wisseling van de seizoenen,
  • als de auto gedurende langere tijd niet is gebruikt.

Vergeet niet het reservewiel en de banden van een aanhanger of caravan.

Laat uw auto regelmatig onderhouden (olie verversen, oliefilter, lucht- en interieurfilter vervangen enz.) en houd u daarbij aan het in het onderhoudsschema van de fabrikant voorgeschreven interval.

Uitvoeringen met een BlueHDi-dieselmotor: bij een storing in het SCR-systeem stoot de auto schadelijke stoffen uit. Ga zo spoedig mogelijk naar het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats om de uitstoot van stikstofoxiden terug te brengen tot onder de wettelijke normen.

Laat bij het tanken het vulpistool niet meer dan drie keer afslaan; zo voorkomt u dat brandstof uit de tank stroomt.

U zult bij een nieuwe auto merken dat pas na 3.000 km het gemiddelde brandstofverbruik zich stabiliseert.

    Rijden

    ...

    Rijadviezen

    Houd u aan de verkeersregels en let onder alle omstandigheden goed op. Richt uw aandacht op het verkeer en houd uw handen op het stuurwiel, zodat u snel kunt reageren op onverwachte situaties. ...

    Zie ook:

    Seat Ibiza. Dieselbrandstof
    Let op de informatie aan de binnenzijde van de tankklep. Geadviseerd wordt om diesel te gebruiken die voldoet aan de Europese norm EN 590. Mocht u niet beschikken over diesel die voldoet aan ...

    Seat Ibiza. De bijrijdersvoorairbag in- en uitschakelen
    Afb. 105 Sleutelschakelaar voor het in- en uitschakelen van de bijrijdersairbag. Afb. 106 Centraal deel van het dashboard: controlelampje voor buiten werking gestelde bijrijdersairbag. Bijrij ...

    Modellen:

    Alle rechten voorbehouden. © | compacteklasse.nl 2022 - 2024